16 maart t/m 27 april 2008
EEN EERBETOON
Aloys van Wieringen (1942-2007)
1942-2007
Opening: De dichter Tom van Deel opent de tentoonstelling in Galerie Wijk op zondag 16 maart om 15.00 uur.
Openingstijden: galerie & huizen met muurschilderingen: zaterdag, zondag & 2e Paasdag van 13.00-17.00 uur.

De verkooptentoonstelling in Galerie Wijk bevat een keuze uit het nagelaten werk en voor de gelegenheid zijn drie monumentale panden met muurschilderingen van Aloys van Wieringen opengesteld voor bezichtiging, te weten: Borgweer te Wehe-den Hoorn, de Pastorie en Oosterhouw te Leens. Een mooie wandelroute van ongeveer 3 km. verbindt de huizen met elkaar. In de galerie en in de huizen ligt een routebeschrijving. Op 'Oosterhouw' wordt thee geschonken en onderweg is het goed toeven op het Landgoed Verhildersum (o.a.restaurant Het Schathoes van Dik Soek).
De openingstijden van de huizen lopen gelijk aan die van de tentoonstelling in de galerie.
Borgweer uitsluitend op 23, 24, 30 maart & 13, 20 27 april.


Aloys van Wieringen
tekst Christiaan Klasema
Van Wieringen schilderde landschappen, maar is geen landschapsschilder. De werking van zijn schilderijen gaat verder. Ze veranderen de manier van kijken voor hen die er ontvankelijk voor zijn. Hij schilderde landschappen en tuinen als een landheer. Met de blik van een eigenaar inspecteerde hij zijn omgeving en modeleerde op panelen en doek zijn eigen wereld. Een ideaal landschap waarbij glooiing, ritmes van bomen in eigenlijk verwaarloosde bosjes terugkomen in geschoren tuinen. Struiken worden heuvels en zetten hun natuurlijkheid in voor weidser perspectief. Een tocht door het landschap van zijn woonplaats Garnwerd naar Ulrum, waar hij een atelier had, is een manier om zijn schilderijen te laten werken. De vergezichten van het Reitdiepdal, de bosjes, de dorpen en huizen, het altijd wisselend licht, hebben hem onmiskenbaar aangeraakt. Hij schilderde de intensiteit van zijn aanwezigheid: gepassioneerd, kritisch, dromend, hunkerend naar samenvallen met het moment, met uitzicht, met licht.
Hij beschilderde huizen vanuit dezelfde houding als waarmee hij landschappen benaderde. Hij raakte ze aan als bouwheer, gids en dromer. Hij verdiepte en verrijkte blinde muren, gangen, trappartijen en terrassen met thema´s uit de westerse cultuur. Het Reitdiepdal van de negentiende eeuw met een Italiaanse baroktuin. Bomarzo, arcaden met tuinheiligen, muzen in een arcadisch landschap, hekwerken met ongekende uitzichten, een stervormig parkbos in een eeuwenoude pastorie.

Tom van Deel
openingsrede

Uit de literatuur is het motief bekend van het naar binnen willen stappen in een schilderij, niet alleen van het willen trouwens, maar ook van het daadwerkelijk doen. De lijst markeert in zo´n geval dan de grensovergang tussen de wereld buiten het schilderij en de wereld van het schilderij zelf, de drempel dus tussen werkelijkheid en verbeelding. Iedereen heeft wel herinneringen aan dit motief - dat geldt althans voor mijn generatie - want we hebben allemaal in onze jeugd Erik of het Klein Insectenboek van Godfried Bomans gelezen, waarin een jongetje, weliswaar in zijn droom (een simpel offer aan de waarschijnlijkheid waar Bomans niet aan ontkwam), hunkert naar de afgebeelde werkelijkheid van het schilderij `Wollewei´ waarbij hij al zoveel nachten in slaap is gevallen. De droom van de roman staat hem dan toe over de lijst heen te stappen en in die andere wereld terecht te komen, waar hij geen toeschouwer meer is maar meeleeft met wat die nieuwe en nu plotseling beweeglijke wereld der insecten aan gebeurtenissen in petto heeft.
Later heb ik dit motief in talloze variaties in romans en verhalen herhaald gezien. Het werk van Willem Brakman, bij voorbeeld, grossiert in zulke grensoverschrijdingen, ettelijke schilderijen worden daar met een bezoek vereert en het lijkt er zelfs wel op dat het initiatief niet eens hoeft uit te gaan van een hunkerend jongetje buiten de lijst, laat staan in een droom, maar ook kan komen van de kant van het schilderij zelf, dat zich niets aantrekt van de gebruikelijke scheidslijn tussen werkelijkheid en kunst, en die eigenmachtig uitwist, waardoor de zogenaamde werkelijkheid van de roman vloeiend overgaat in die van het schilderij. Hier dringt het schilderij zich aan de werkelijkheid op. Mooi en ook ironisch formuleert de douanier dit verschijnsel in Brakmans roman De reis van de douanier naar Bentheim, deze neiging van het geschilderde beeld om in de plaats te treden van de werkelijkheid waarin de douanier met zijn vriend aan de oever zit van een rivier en koeien langzaam in het water in ziet lopen lopen en naar de overkant zwemmen, met het lome, zomerse geroep van hun begeleiders, woo...hooo, en Boo... Hij zegt dan: "Het zou me niet verbazen als ik linnen zou voelen wanneer ik de stenen aanraak, want ik denk dat we in een schilderij zitten van Albert Cuyp. Wat is dit prachtig mooi."
Ik heb het idee dat mensen die van schilderkunst houden, en ik beperk me nu maar even tot de schilderijen dat wij hier zien op deze tentoonstelling van Aloys van Wieringen, de behoefte hebben zich uit te leveren aan, zich zelfs te willen verliezen in deze voorstellingen van ruimte, landschap, boomstammen, bergwanden, olijfgaarden, bosjes, rivieren en diepjes, wolken en verte. Het schilderij is altijd, hoe dan ook, een wereld op zichzelf, al liet Aloys bij voorkeur de drempel van de lijst achterwege, zeker bij de grotere formaten, waar hij over de rand heen doorschilderde. Het schilderij laat per se niet de wereld zien zoals zij is, nee, het schilderij laat de wereld zien zoals zij door het oog, en het brein, van de schilder is gezien en door zijn hand met penseel is herschapen. Schilderen, dit schilderen wat hier om ons heen hangt tenminste, is herschepping, is: een metamorfose van het geschapene.
Het lijkt er niet op dat Van Wieringen de expressieve variant van het herscheppen heeft willen beoefenen, waarin de eigen gemoedsgesteldheid in de manier van presenteren tot uitdrukking moest worden gebracht en de boventoon voert. Maar dit wil natuurlijk nog niet zeggen dat hij ongevoelig was voor de eindeloos geschakeerde expressiviteit van het landschap zelf, zoals het zich aan hem vertoonde. Integendeel, wie deze schilderijen met aandacht bekijkt, zal zien met hoeveel intelligentie hier de emotionele aspecten van het landschap kunstmatig gestuurd worden, opdat zij ons die het schilderij ondergaan zo diep mogelijk zullen raken.
In dit verband verdient het compacte en veelzijdige tekstje van Christaan Klasema dat op de uitnodiging staat onze aandacht. Daar worden twee drijfveren in Aloys´ werk, en misschien ook wel in zijn leven, als creatieve motoren aangeduid: enerzijds de dwingende behoefte aan beheersing en anderzijds de hunkering naar overgave, of zelfverlies. Die twee zijn de keerzijden van dezelfde medaille genaamd Aloys van Wieringen en het resultaat van deze motoriek zien wij hier nu voorbeeldig hangen. In deze schilderijen gaan de artisan en de artiste een bijzonder verbond met elkaar aan, klassiek en romantisch blijken samen te kunnen gaan, vaardige compositie, intrigerende kleurstelling, gewaagde kaders brengen juist een intense beleving van stemming, sfeer, gevoel teweeg.
open hek

Het kan allemaal gebeuren op de eenvoudigst denkbare manier, tenminste zo lijkt het als je kijkt naar het kleine schilderijtje met hoge horizon en hekwerk op de voorgrond. Wie de schilderkunstige stappen meeloopt die ons trapsgewijs deze wereld binnenvoeren, staat versteld: eerst gras, dan hekwerk en misschien wat riet, vervolgens kleiakker, daarna brede rietkraag, dan water, dan mogelijk weer riet en een bosschage tot slot, nee, niet tot slot want in veel van deze schilderijen vormt het sluitstuk, zo niet de bekroning van het beeld: de lucht, de wolken, het licht, niet het hoge land maar de hoge lucht.
Dit schilderijtje is een wonder, dat ons over de drempel naar binnen lokt om ten slotte te getuigen van het meest verre en hoge dat zich over elk landschap uitspant. Mensen komen er niet in voor, hooguit zijn er sporen van menselijke aanwezigheid, zoals het hekwerk of de geploegde akker, soms zelfs een weg of, in de Griekse reis-schilderingen een wit dorpje gelegen in de schoot van een baai.
Wie dicht op dit eenvoudige, maar trefzekere schilderijtje gaat staan ziet nog alleen maar verf, in snelle streken opgebracht. Elk landschap wordt van dichtbij gezien abstract en dat herinnert er ons aan dat kunst een vorm van illusie is en dat de wereld waar we naar kijken niet de echte is, maar een wereld van verf. Een gestileerde wereld ook, die als men hem zou bekijken naast de wereld die ervoor model heeft gestaan, talloze afwijkingen, vervormingen, omissies en wijzigingen zal vertonen.
Het lijkt waarschijnlijk dat Aloys in zijn landschappen de mensloze natuur of de in cultuur gebrachte natuur (denk aan de bosjes, de akkers, de olijfgaarden) ongestoord, in zekere zin ongerept toch iets menselijks wilde laten uitdrukken. Ik heb altijd begrepen dat hij vrij vroeg opstond en dan de wereld om hem heen telkens weer moest inspecteren op het punt van haar aanwezigheid, of alles er nog wel stond, of de zon nog wel wilde schijnen of de regen wilde regenen, of er niet een idioot aan de knoppen van de natuur had zitten draaien die nacht. Zulke exercities zijn natuurlijk op allerlei manieren te duiden, maar ik wil er voor deze gelegenheid de grote behoefte uitlichten om scherp waar te nemen, niets over het hoofd te zien, het credo van Frits van Egters: `Het is gezien. [...] Het is niet onopgemerkt gebleven.´
In zijn schilderijen nemen de bomen naar mijn indruk de plaats in van de mens, ze zijn actanten, ze handelen volgens menselijke regels, ze staan rechtop of ze hangen geknapt tussen hun soortgenoten, soms vormen ze een kleine boerenhoeve, een hameau, van stammen en blad, dan weer zien we ze verspreid (eenzaam, in gedachten) in het landschap. Bomen kunnen zich spiegelen in water, ze hebben ogen als ze zilverabelen zijn, ze geven licht als het berken zijn, ze voelen zich in gemeenschap met elkaar, soms zelfs in strijd. De bomen, van veraf of juist van heel dichtbij, zijn de belangrijkste spelers in de voorstellingen van Aloys, met vanzelfsprekend de luchten, de wolken, de bergen, het water en de landerijen.
begroeide boomstammen

Misschien het mooiste schilderij, maar al bijna geen schilderij meer, want al bijna een wandschildering, een trompe l´ oeil, is het immense doek met de boomstammen overwoekerd door klimop. Van dichtbij alweer een onoverzienbare wemeling van verfstreekjes, van op afstand een dramatisch gevecht of een liefdevolle omarming of - nu ja, dit doek is fenomenaal, ik zou ervoor willen verhuizen om het op te kunnen hangen.
wolken en velden

En dan tot slot nog iets over het, ook niet kleine, doek dat Jacoba heeft uitgekozen voor haar uitnodigingskaart `Wolken en velden´. Alles aan dit beeld is adembenememd - de recensent van dit schilderij in het Dagblad van het Noorden heeft er de juiste woorden voor gevonden. Spectaculair zijn zeker die wollige, van aureolen voorziene boomkruinen die in het glooiende landschap opdoemen. Zeker ook zijn het die drie lichtblauwe eilanden in donkergrijze bewolking. Maar het ongelooflijkst vind ik het onderste kwartgedeelte van dit schilderij, waar de wind met het gras speelt en met het licht. De bewegingen lokken , ik kan het me niet anders voorstellen, elke gevoelige beschouwer onvermijdelijk het schilderij in, waarna het leven zich voortzet binnen dit beeld, de mens een boom wordt die hoewel geworteld een lange weg aflegt op weg naar het einde, terwijl toch ook het blauw al daagt vanachter het grauw. Al deze formuleringen ten overvloede als bewijs dat het maar moeilijk spreken is over kunst, al hoeft men niet te zwijgen en moet men vooral: goed kijken en ondergaan.
Deze tentoonstelling heet `Een eerbetoon´ en dat heeft zoals iedereen weet, te maken met het harde feit dat Aloys niet meer onder ons is. Ik weet ook wel dat het een reusachtig cliché is om te zeggen dat de kunstenaar voortleeft in zijn werk, maar voor wie van Aloys en zijn werk houden is dit cliché toch dagelijkse realiteit. Ik troost mij er tenminste mee als ik hier om mij heen zie hoeveel moois hier zijn naam draagt:
Aloys van Wieringen.

Ik dank u.

Meer informatie over de kunstenaar klik op:
Aloys van Wieringen